Internet
Start Netwerken Bouw je eigen webserver Bram Internet Hacking

 

Start

Internet

Ontstaan

Internet is een product van de koude oorlog. De voorlopers ervan voeren terug tot op zijn minst de zestiger jaren van de twintigste eeuw.

Het net ontstond op gezag van het Amerikaanse Ministerie van Defensie. Men werkte vanaf midden jaren zestig aan een datanetwerk dat stand moest kunnen houden tijdens en na een atoomaanval. Ook als de meeste verbindingen zouden zijn weggevallen moest informatie toch nog zijn weg vinden van de broncomputer naar de doelcomputer.

Wetenschappers ontwikkelden daarom een procedure voor de overdracht, die gegevens in kleine pakketjes opdeelt, en ze min of meer zelfstandig op reis stuurt, en als ze eenmaal zijn aangekomen op het doeladres kunnen ze automatisch worden samengevoegd.

Een compleet bestand wordt dus voor de overdracht opgesplitst in kleine pakketjes.                             Deze komen dan vaak via verschillende routes bij de ontvangende computer aan.                              Zo'n pakketje 'dwaalt' tegenwoordig via satellieten en speciale kabels van bijvoorbeeld Groningen naar Brussel, en via  de VS ten slotte naar de eindbestemming in Zuid-Afrika.                                              Een ander pakketje dwaalt misschien eerst driemaal rond de aarde voor het zijn doel bereikt.Het hangt ervan af uiteindelijk in de juiste volgorde samengevoegd en vormen dan opnieuw het oorspronkelijke bestand. Internet is dus een reusachtig, wereldomspannend en gedecentraliseerd computernetwerk. Het is ook veel sneller, flexibeler en goedkoper dan bijvoorbeeld het telefoonnetwerk. Het is niemands eigendom en wordt ook niet centraal beheerd.

Deze bijzonder geraffineerde manier voor het verzenden is uitgewerkt in TCP/IP.TCP/.                            IP staat voor Transmission Control Protocol / Internet Protocol. Ook het op universiteiten ontwikkelde netwerkbesturingssysteem UNIX (en ook Linux) maakt gebruik van het TCP/IP-protocol.                         Op computers die een rol spelen in de dienstverlening op Internet draait dan ook meestal UNIX of Linux, en minder vaak een van de Windows-besturingssystemen.

Het World Wide Web als onderdeel van Internet

Vaak wordt Internet verward met het World Wide Web. Dit wereldwijde web is een echter niet identiek aan Internet, maar is een onderdeel ervan. Het is zelfs een relatief recente toevoeging eraan, maar ongetwijfeld ook de populairste.                               

Het wereldwijde web (WWW) werd pas in 1989/90 door Zwitserse kernfysici ontwikkeld, onder de bezieling van de informaticus Tim Berners-Lee. De wetenschappers wilden hun onderzoeksgegevens wereldwijd en sneller uit kunnen wisselen, grafisch, en met beeld en geluid. Internet bood tot dat moment namelijk nog geen universele oplossing voor zulke toepassingen.

Tot dan toe was het invoeren van cryptische opdrachten vereist en konden documenten alleen worden bekeken als platte tekst.

Vanaf 1990 werd het dan eindelijk mogelijk om gekleurde, aanklikbare pagina's te bekijken, vaak homepages genoemd: het World Wide Web was geboren. Gedurende de afgelopen tien jaren heeft het WWW een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Inmiddels schat men dat er meer dan één miljard pagina's beschikbaar zijn en er worden dagelijks nieuwe gelanceerd.

De tabel hieronder geeft een kort overzicht van de belangrijkste ontwikkelingsstadia van het net.

Tijdstip Gebeurtenis
1969, de stichting van het ARPANET (Advanced Research Projects Agency NET Vier universiteiten koppelen hun reusachtige computersysteem, op initiatief van het Amerikaanse Ministerie van Defensie
1971 Eerste tests met e-mailoverdracht (elektronische post)
1973 De eerste grote Europese computers worden aangesloten op het net.
1985 Wereldwijd zijn er 2000 computers permanent met elkaar verbonden.
1989/1990 Tim Berners-Lee vindt het World Wide Web uit aan de Europese centrum voor kernonderzoek CERN in Zwitserland.
1992 Een miljoen computers maken nu deel uit van Internet, nog voornamelijk beheerd door universiteiten.
1994 Internet gaat commercieel, en de populariteisgolf breekt los. Steeds meer mensen publiceren hun persoonlijke homepages.
 
Opbouw en basisonderdelen van het web

Even voor de goede orde: Internet is dus een reusachtig netwerk van permanent met elkaar verbonden computers. Het World Wide Web is maar een onderdeel daarvan. Het WWW werd voornameijk ontwikkelt door Tim Berners-Lee, vanuit Genève in Zwitserland. Laten we wat meer detail aanbrengen in het plaatje.

Elke computer die permanent op Internet is aangesloten, krijgt een voor de hele wereld uniek adres. We hebben het over het zogenaamde IP-adres, en zo'n adres kan bijvoorbeeld zo uitzien: 127.147.5.49.

Al deze unieke adressen worden centraal beheerd in Californië. Aangezien echter geen mens in staat is om zulke getallen te onthouden, heeft men in de jaren 1980 het Domain Name System (DNS) geïnstalleerd. Dit systeem wijst aan elk IP-adres, en zodoende aan de computer met dat adres, een hanteerbare naam toe, bijvoorbeeld www.microsoft.com.

De toevoeging http:// aan de adressen met websites bespreken we verderop, en adressen met www erin duiden op speciale computers die websites leveren. De achtervoegingen com en be duiden op de zogenaamde top level domeinen, grotere verzamelingen van computers, gerangschikt naar land en categorie (bijvoorbeeld be voor Belgische domeinen, com voor commerciële domeinen , en edu voor educatieve.

Speciale computers die deel uitmaken van Internet, de zogeheten Domain Name Servers zorgen ervoor dat deze symbolische domeinnamen worden omgezet in de werkelijk numerieke IP-adressen van computers. De gemiddelde Internet-gebruiker hoeft daardoor minder te zien van de technische kant van Internet.

Maar laten we terugkeren naar de computers die direct met het web te maken hebben. Zulke computers noemen we webservers. Het zijn bij wijze van spreken de dienaars van het web, de computers waarp webpagina's zijn opgeslagen. Uzelf gebruikt een computer om die webservers te bezoeken en de pagina's weer te geven. Uw computer noemt men in relatie met de webserver de webclient : het is de klant die wordt bediend door de bediende.

Op uw computer (de client) is een programma geïnstalleerd dat in staat is webpagina's weer te geven. Zo'n programma wordt de browser genoemd. Het woord stamt van het Engelse werkwoord to browse, wat zoveel betekent als bladeren of naslaan; De bekenste browsers zijn Opera, Netscape Navigator en Internet Explorer.

In dit verhaal ontbreekt nog de dienstbode, die de pagina's overbrengt van de server naar de client. Deze methode voor de overdracht van de pagina's en toebehoren heet HTTP.

HTTP (Hypertext Transfer Protocol)

HTTP staat coor Hypertext Transfer Protocol, het protocol voor de overdracht van hypertext. Hypertext is het concept waarmee webpagina's kunnen worden gekoppeld aan andere webpagina's. Die koppeling gebeurt door middel van hyperlinks. Links zijn meestal zichtbaar als onderstreepte of extra benadrukte tekst, en als afbeeldingen.

Op de meeste webpagina's zijn op die manier tientallen links aangebracht. Als u met de muis klikt op een van de hyperlinks, wordt de pagina waarnaar de link verwijst geladen. De exacte locatie van het doeldocument speelt daarbij geen enkele rol, zolang het adres maar klopt.

Element Beschrijving
Webserver Computer waarop webpagina's opgeslagen zijn
Webclient Computer die webpagina's opvraagt en weergeeft
HTTP Protocol voor het opvragen en overdragen van webpagina's

Er ontbreekt overigens nog iets heel belangrijk in het overzichtje: de moedertaal van het wereldwijde web! Deze taal heet HTML, en wordt verder uitgebreid besproken.

HTML - De taal van het WWW

HTML is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van het World Wide Web. Alle documenten die deel uitmaken van het WWW zijn in principe geschreven in HTML. HTML is een code voor de logische beschrijving van documenten. Met HTML wordt niet zozeer de lay-out van een (tekst)document beschreven als wel de structuur ervan. Zo beschrijft het elementen zoals koppen,vetgedrukte stukken, opsommingen, horizontale lijnen, enz.

Oorspronkelijk was HTML opgezet om wetenschappelijke teksten weer te geven. Het zijn tenslotte wetenschapper geweest die het bedachten. Intussen zijn echter ook een aantal minder ernstige mogelijkheden ingebouwd in de latere versies van HTML. Hoe de afzonderlijke in een HTML-document zichtbaar worden gemaakt, hangt trouwens ook af van de browser waarmee ze worden geopend. Zulke weergaveprogramma's interpreteren de HTML-code en prberen de aanwijzingen erin zo goed mogelijk op te volgen.

HTML en ASCII

HTML is gebaseerd op ASCII, de American Standard Code for Information Interchange. In het Nederlands is dat: Amerikaanse standaardcode voor de uitwisseling van informatie. ASCII omvat een set standaardtekens die de weergave van een eenvoudige tekst mogelijk maakt. ASCII beoogt en bevat geen mogelijkheden voor aanvullende opmaak zoals vette letters, cursieve letters en centreren. Daarvoor moet HTML zorgen.

De HTML-aanwijzingen, meestal tags genoemd, beschrijven de structuur van de tekst in een HTML-document. Deze HTML-opdrachten worden van de weer te geven tekst in een HTML-document. Deze HTML-opdrachten worden van de weer te geven tekst gescheiden door ze tussen speciale tekens te plaatsen: de tekens voor kleiner dan en groter dan. Gewoonlijk gebruiken we een opdracht (tag) voor het inschakelen van een teksteigenschap, terwijl we een tweede tag aan het einde van een tekstgedeelte plaatsen om de eigenschap uit te schakelen. Soms volstaat een losstaande opdracht.

Zo staat voor een tekstgedeelte dat vet moet worden afgedrukt de opdracht <B>, en achter het tekstgedeelte staat </B>. B staat hierbij voor Bold; of vet in het Nederlands.                                            De opdracht voor het uitschakelen van de eigenschap lijkt sterk op de opdracht voor het inschakelen, maat is aangevuld met een schuine streep (slash). Achter uw vergedrukte tekst zit dus een code:        <B>Vetgedrukte woorden</B>

De browser maakt hier vetgedrukte woorden van. HTML-documenten zijn dus slechts tekstnbestanden met HTML-code erin, die zijn opgeslagen met de extensie htm of html.

Waarom HTML leren?

Eerst het goede nieuws: Als u deze HTML te ingewikkeld vindt, kunt u gebruik maken van een programme voor het maken van webpagina's. Zulke programma's gedragen zich veelal als gewone tekstverwerkers, maar bouwen op de achtergrond HTML-pagina's voor u en slaan documenten op die browsers kunnen lezen. Meer goed nieuws: veel van die programma's kunt u gratis in huis halen! In dit boek maakt u kennis met een aantal zulke programma's. Dus waarom zou u nog HTML willen leren? Hieronder vindt u een aantal redenen waarom kennis van HTML nuttig kan zijn als u uw eigen homepage samenstelt.

Niet elk HTML-producerend programma kan alle mogelijkheden van HTML uitbuiten.
Vaak, vooral met eenvoudigere programma's is het niet mogelijk om fouten ongedaan te maken.
Pagina's die u met zulke programma's hebt geproduceerd kunt u vervolgens met de hand nabewerken en polijsten
Kennis van HTML vergroot uw kennis van de opbouw van uw automatisch gegenereerde pagina's en van de structuur van uw eigen web.
Fouten die optreden bij de weergave vindt u snelleer in de brontekst dan in het programma dat de fout waarschijnlijk produceerde.
Handgeschreven pagina's gebruiken gewoonlijk minder opslagruimte, omdat er geen ruimteverspillende plaatshouders in de brontekst komen te staan.
Met handgeschreven pagina's is er minder kans dat exotische speciale opdrachten worden gebruikt, die door sommige browsers niet kunnen worden verwerkt.

Ik raad u met klem aan om zoveel met een geschikt HTML-genererend programma te leren werken als met de naakt brontekst. Het is niet zo moeilijk als u zich waarschijnlijk voorstelt. Veel HTML-producerende programma's laten tegenwoordig ook wijzigingen in de brontekst toe binnen het programma, en dat heeft goede redenen.                                                                                                        Ik verklap u eerst de belangrijkste basismaterialen van HTML. Maar misschien moeten we eert nog een andere belangrijke vraag beantwoorden.

De snelle gang naar Internet

Wat? U bent nog helemaal aangesloten op Internet? Natuurlijk begrijpen we dat een eigen permanente verbinding met Internet het budget van elke hobbyist te boven gaat? Maar een goedkope aansluiting via een dienstenaanbieder, de zogenaamde provider (van Internet service provider), ligt eenieders bereik.

Daarnaast hebt u natuurlijk een modem of ISDN-adapter nodig. O ja, en een computer. De modem of ISDN-adapter verbindt uw computer via het telefoonnetwerk met de provider, en die stelt Internet aan u beschikbaar.

Waar is die modem goed voor?

De modem zorgt voor de overbrugging van de afstand tussen u en Internet via het normale telefoonnetwerk. Computers communiceren digitaal met elkaar, dus door middel van de uitwisseling van de welbekende enen en nullen, terwijl het telefoonnetwerk (even afgezien van ISDN) analoog werkt. Een modem is nodig aan beide uiteinden van de telefoonverbinding die uw Internet-verbinding draagt, om de uitgaande digitale signalen om te zetten on analoge signalen, en de binnenkomende analoge signalen begrijpelijk te maken voor uw computer door ze in digitale om te zetten. Deze omzettingen heten modulatie en demodulatie, en daar komt de naam van het apparaat dan ook vandaan. Als u nog geen modem hebt, kunt u best een modern exemplaar aanschaffen. Een zogenaamde 56k-modem hoeft niet meer dan 2000 Bef of 50 € te kosten, als het extern behuisd is. Dit type maakt communicatie mogelijk met een theoritische snelheid van 56 kilobites per seconde, maar meestal blijven de prestaties ver achter bij die van het snelle ISDN. ISDN is meestal zo goed als de theoretische snelheid van 64 kilobits per seconde doet vemoeden.

Uw provider kan u in meeste gevallen ook een ADSL-verbinding leveren. Ook kunt u opteren voor de mogelijkheden van Internet via de televisiekabel, of onderzoeken of Internet via een satellietverbinding er voor u in zit. De verbindingssnelheden die u daarmee bereikt liggen behoorlijk hoger dan die van ISDN. Ze zijn echter duur, veelal nog in ontwikkeling, en afhankelijk van uw woonplaats misschien helemaal niet beschikbaar.